Medische hulp voor Oekraine klik hier
 

Verhalen van Moeders

Saskia Uylenburgh, Taj Mahal, Catharina Schrader

    • Saskia en Rembrandtjpg
    • Saskia Uylenburghjpe
    • Saskiajpg
    • Saskias graf in de Oude Kerk te Amsterdamjpe
    • Saskias graf in de Oude Kerk te Amsterdamjpe 2jpe
    • Taj Mahaljpg

Saskia.jpg

Moedersterfte door de eeuwen heen

Deel I : Saskia Uylenburgh

Saskia Uylenburgh werd geboren op 2 augustus 1612 te Leeuwarden als het jongste kind in een gezin van acht. Haar vader, jurist Rombertus van Uylenburgh, en haar moeder, Sjoukje Ozinga, waren beiden al relatief oud bij haar geboorte, respectievelijk 58 en 47 jaar. Saskia werd dan ook al op 11-jarige leeftijd wees, waarop haar oudere zus Hiskia besloot haar in huis te nemen. Zij was getrouwd met Gerrit van Loo, de gemeentesecretaris van het dorpje Sint Annaparochie.
Rond het jaar 1630 brak er echter een boerenopstand uit in Friesland. Gerrit van Loo moest met zijn gezin naar Duitsland vluchten, waardoor Saskia er opnieuw alleen voor stond. Ze besloot daarop met de veerboot naar Amsterdam te trekken, waar ze contact legde met haar neef, kunsthandelaar Hendrick Uylenburgh. In diens atelier ontmoette ze vervolgens in het voorjaar van 1633 de talentvolle jonge kunstenaar Rembrandt van Rijn. Waarschijnlijk was het liefde op het eerste gezicht, want ondanks het verschil in stand verloofden de twee zich al op 5 juni van datzelfde jaar.
Om haar huwelijk te bespoedigen vroeg de minderjarige Saskia – men was in die tijd pas volwassen bij de leeftijd van 25 jaar – vervolgens ‘venia aetatis’ aan, een meerderjarigheidsverklaring waardoor ze toch mocht trouwen. Het volgende jaar, op 22 juni 1634, trad ze in het huwelijk met ‘Rombrand van Rhijn’, zoals hij op de trouwakte vermeld stond. In het najaar van 1635 kreeg het jonge echtpaar vervolgens ook hun eerste kindje, een zoon genaamd Rumbartus. Een lang leven was de zoon van Rembrandt en Saskia echter niet beschoren, hij stierf binnen twee maanden.
Dit drama stond de liefde en het geluk van het echtpaar echter niet in de weg. Voor Rembrandt vormde zijn vrouw een belangrijke inspiratiebron voor een groot aantal van zijn werken. Zo portretteerde hij Saskia onder meer als een Romeinse godin, een oriëntaalse prinses en een Bijbels figuur. Daarnaast was ze ook belangrijk voor het succes van zijn schilderpraktijk. Saskia wist dankzij haar charme en familieachtergrond namelijk beter om te gaan met zijn aristocratische klantenkring dan Rembrandt zelf, die vooral bekend stond als eigenwijs en excentriek.
Het succes van de schilder legde het echtpaar geen windeieren, tot grote jaloezie van anderen. Zo zag Rembrandt zich in 1638 genoodzaakt een klacht in te dienen tegen Albertus van Loo en diens zuster Mayke – beide familieleden van Saskia’s voormalige voogd Gerrit van Loo – omdat zij boosaardige laster geuit zouden hebben.
Zo beschuldigde het tweetal Saskia ervan dat zij ‘met pronken ende praelen haer ouders erffenisse hadde verquist’. Rembrandt verweerde zich tegen deze aantijging door te stellen dat hij en zijn vrouw hun uitgaven konden betalen doordat ze ‘rijckelijk endde ex superabundanti [bovengemiddeld]’ sijn boegoediget’. De rechter stelde hem overigens niet in het gelijk, zijn aanklacht werd afgewezen.
In 1641 bereikte het geluk van Rembrandt en Saskia een hoogtepunt. Nadat zij eerder nog twee kinderen op jonge leeftijd hadden verloren, kreeg het echtpaar dat jaar namelijk een zoon, Titus, die zijn jeugd wel zou overleven. Heel lang zou deze gelukkige periode echter niet duren, want vlak na de bevalling ging Saskia zelf hard achteruit. Ze bleek te lijden aan tuberculose en was al snel aan bed gekluisterd.
Saskia Uylenburgh overleed op 14 juni 1642, twee maanden voor haar dertigste verjaardag en Titus was toen 8 maanden. Haar lichaam werd begraven in de Oude Kerk in Amsterdam. Een ware tragedie en helaas regelmatig voorkomend in die tijd. Bijzonder is wel, dat Titus de beeltenis van zijn moeder zijn hele leven kon zien, in tegenstelling tot zijn lotgenoten in die tijd. Saskia is helaas een van de vrouwen die meetelt in de moederlijke sterfte, zoals die nu is gedefinieerd. Elk jaar op 9 maart om precies acht over half negen in de ochtend valt de zon op het graf, de grafsteen, van Saskia in de Oude Kerk. Er is dan een ontbijtbijeenkomst in de kerk met muziek en een korte lezing.

NB: Het bestuur van White Ribbon was aanwezig bij dit ontbijt op 9 maart 2019, het was een mooie eerbiedige samenkomst; er was veel belangstelling.

 

Deel II : De Taj Mahal in India.
De Taj Mahal is een mausoleum in de Noord-Indiase stad Agra.
In de 17e eeuw gaf de Indiase grootmogol (titel voor heerser in het Mogolrijk, zoals dat van 1526-1857 in India heeft bestaan) Sjah Jahan opdracht tot de bouw van een grafmonument voor zijn hoofdechtgenote Mumtaz Mahal.
Mumtaz was na 17 jaar huwelijk in het kraambed gestorven na de bevalling van haar 15e kind (1631). Sjah Jahan beloofde haar dat hij nooit meer een kind zou verwekken bij een vrouw en dat hij voor haar het mooiste gebouw ter wereld zou laten bouwen. Na zijn eigen dood is ook het lichaam van Sjah Jahan er in bijgezet.
De Taj Mahal is gebouwd in de Mogulstijl, een mengvorm van islamitische en hindoe architectuur. Het witmarmeren, sprookjesachtige gebouw is 58 meter hoog, 56 meter breed en versierd met ingelegde stenen. Het is volkomen symmetrisch, een effect dat visueel wordt versterkt doordat er een uitgestrekte tuin met een langgerekte waterpartij voor ligt.
De Taj Mahal is al jaren voor White Ribbon het symbool ter herinnering aan de Moedersterfte in de wereld.
Taj Mahal Informatie mede verkregen via Wikipedia.

 

Deel III :  De onbekende moeder, die stierf in haar kraambed.

Uit:  Memorij boek des Vrouwens,  

van  Catharina Schrader 1693-1745

Onbekende, dappere moeders, die stierven in het kraambed.
We schrijven 1717, 300 jaar geleden, Catharina was een hardwerkende, zelfstandige, ervaren en een goede administrerende vroedvrouw in Dokkum en omgeving. Rond de 60 bevallingen begeleidde ze en verdiende af en toe wat, totaal wel 150 – 215 gulden per jaar.

De meeste baringen gingen goed, maar vaak met veel handgrepen. Het vak van vroedvrouw was destijds een handvaardig vak, vele handgrepen waren nodig om de vaak moeilijke baringen door de grote en zware baby’s tot een goed einde te brengen.

Het is zeker interessant om het boek eens te lezen, een waar tijdsdocument. Hieronder vier korte ervaringen van vroedvrouw Catharina betreffende maternale sterfte en een geredde casus.

1717 den 27 augustus na Drisum gehalt bij Gerit Jackops sijn wiff. War al den heelen dag een gewest. Bevont de geborte vast gesloten. En hade schrickelicke pin in de lenden. Gaff har wat in tot verlichtinge. Mar ben dar nit weer gewest. En storf de vrouw an den derden dag met het volle ligam sonder verlosing.

1728 23 feberwar bij de hopman Heere Heringa meyster cleermacker sijn vrouw Gertruyt, nae datse van selfs verlost van een dochter van 8 maanden. Vil vort in een veehemekte corrs. De selleve dag gestorven, nae dattse te voren 9 wecken een sware kranckheit hadde gelegen sonder itz te nuttigen schir. En overlet din selven dag. Seer verstandig tot het leste ogenblick.

1741 de 5 january op wonsdag avent en overvyl een sware vloet. Was reedelijck wel. De vloet stillde en slip des nachtes wel. In de ha[ar] morgenstont kreg sij pin in haar lif, hetwelcke begon arrbeit te worden. En wird ick na de midags gehalt en verloste haa[r] korrt dar an van een frucht van 7 maande. En was doodt. En sij hade het in 3 daagen nit voelen leven. En de moeder was well. Dit was har virde misscram, mar een doodt voldragen kint. Mar des anderen daags krigt de moeder een koors en wort heel dwijlig van hoft met gerop en geraas tot neegen daagen sonder slaap. Wat de Heere verder geven will, moet de tit leeren. Dit iss de vrouw van de seckretaris Sevensma sijn vrouw Pittie Bochetsius. En de 10 daag gestorven sonder kennise.

1741 den 6 desember Sunter Klaas wonsdag gehalt bij Willem serrsyer sijn vrouw Gryttie. Bevont dat het kint qwalyck gekert lag met sijn schouwder vor de geboorte. Most het schicken. Kreg de voeties met schricklicke moyte. Most nog dubelt geboren worrden. En was hast nit te helpen. En menden nit anders of het kint most doodt. En hade de vrouw en ick het seer swar, doch de Heer gedacht an ons en hollp ons uyt dy grotte noot, soo dat moeder en kin[d] onbeschadigt fris [bleven]. Een een gesond[e] cram. Een dochter. De Heere sijn naame sij geloft en gedanckt vor dese grotte genade.

 

Deel IV : Verhaal van een Nederlandse vrouw, die haar moeder verloor toen ze twee weken oud was.

Moedersterfte veroorzaakt altijd heel veel leed bij de nabestaanden tot aan traumatische verschijnselen toe. Met dit verdriet zullen de partner, de kinderen en de vrienden verder moeten leven.
Het volgende artikel beschrijft een verhaal van een kind, nu vrouw op leeftijd, in Nederland die dit is overkomen.

“Ik vind het mijn hele leven al verdrietig dat mijn moeder haar leven moest verliezen, om het mij te schenken”.

Gesprek met Mevrouw V. te Leeuwarden.
Mw V. reageerde op een artikel in de Leeuwarder Courant met de kop: “Veilig Moederschap als mensenrecht” gebaseerd op de titel van de oratie van Professor Jelle Stekelenburg van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) eind januari 2017.

Via professor Stekelenburg kwam White Ribbon in contact met mw. V. voor een interview.
“Ik ben op 5 november 1934 in Leeuwarden geboren; mijn moeder, geboren 9 januari 1904, is op 21 november 1934 op 30 jarige leeftijd overleden ten gevolge van mijn geboorte. Ik ben thuis geboren en omdat mijn moeder daarna steeds zieker werd belandde ik na ongeveer een week, samen met mijn moeder, in het Diaconessenhuis. Na de berichtgeving door mijn vader dat de bevalling zich aankondigde zou de huisarts veel te laat gekomen zijn en zonder zijn handen te wassen aan de bevalling zijn begonnen.
In die tijd bestond er nog geen penicilline; mijn moeder is daardoor vermoedelijk gestorven aan kraamvrouwenkoorts. Ze heeft me borstvoeding gegeven tot ze dit niet meer kon. Mijn broertje was bij mijn grootouders en na het overlijden van mijn moeder ben ik nog 3 maanden in het ziekenhuis gebleven, want er was geen opvang voor mij. Het was een hopeloze start van mijn leven.”
Mw. V, nu 83 jaar, weet niet veel meer over haar en haar moeders omstandigheden dan wat zij hier vertelt. Wel weet ze dat haar vader erop stond haar naam te wijzigen na het overlijden van moeder. Ze kreeg moeders naam erbij en de roepnaam moest een samenvoeging worden van beide namen, en zo geschiedde.
“Mijn vader is, toen ik twee jaar was, getrouwd met de 10 jaar oudere ongehuwde zuster van mijn biologische moeder. Als ik terugkijk is er vermoedelijk sprake geweest van min of meer een verstandshuwelijk. Mijn vader, zakenman van beroep, wilde het beste voor mijn broer en mij. Uit dat huwelijk zijn geen kinderen meer geboren en onze tweede moeder is liefdevol omgegaan met mijn drie jaar oudere broer en mij. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ben ik veel ziek geweest en kreeg astmatische bronchitis en moest vaak thuisblijven van school.
Op een van die ziektedagen, mogelijk was ik toen 7 jaar, kreeg ik een fotoalbum te zien en vertelde mijn tweede moeder dat mijn eigen moeder is overleden toen ik net geboren was. Om precies te zijn na 16 dagen. Ook vertelde mijn tweede moeder mij later dat de gynaecoloog in het ziekenhuis had gezegd, dat het beter was dat mijn moeder geen kinderen meer zou krijgen. Wat er precies aan de hand was met mijn moeder is mij nooit helemaal duidelijk geworden.

Mijn tweede moeder kon haar gevoelens moeilijk uiten, voelde zich soms onzeker. De vorige generatie praatte niet over gevoelens en ik voelde aan bij het ouder worden dat ik daarover beter geen vragen kon stellen. Als er over mijn moeder werd gesproken, was het altijd positief. Mijn vader heeft nooit over mijn moeder gesproken, maar een keer toen ik gearmd met hem liep in Den Haag zei hij: “Het lijkt wel of ik nu met je moeder loop!” heel bijzonder vond ik dat. Ik voelde me blij en dichter met hem verbonden door zijn opmerking. Ik heb altijd gevoeld dat hij nog vaak aan zijn echte liefde dacht. Een gesprek over onze gevoelens heeft nooit plaatsgevonden. Dit hoorde ook zeker bij die naoorlogse tijd, het was meer van overleven en aanpakken. Mijn vader is 51 jaar geworden.

Moeilijkheden met studeren of met relaties heb ik nooit gehad, vele goede vrienden en vriendinnen waren en zijn er nog altijd. Mijn broer heeft weinig herinneringen aan zijn vroege jeugd en heeft een meer rationele instelling. Groot verschil is dan ook dat hij zijn moeder niet is verloren door zijn geboorte.”

Levenskeuzes aangepast aan omstandigheden.

“Kinderen durfde ik niet te krijgen, bang als ik was om ook dood te gaan en dat wilde ik niet. Ik wilde wel trouwen, maar geen kinderen, ik wilde niet jong doodgaan. Trouwen was dan eigenlijk geen optie, want dan zou je die man er ook mee opschepen. In die tijd, zo vlak na de oorlog, was het nog vanzelfsprekend dat je kinderen kreeg als je getrouwd was, je kon meestal niet anders.
Reizend werken was ook door bovenstaande aantrekkelijk voor mij, bijvoorbeeld een beroep zoals stewardess. Het werd uiteindelijk werken bij het spoor, de NS, omdat ik in de buurt van mijn tweede moeder wilde zijn vanwege haar gezondheid. Ook heb ik nog les gegeven aan de leerlingen van de Spoorschool. Daarna volgde de opleiding aan de SICSA [Sociale Academie] in Amsterdam en werk voor de Kinderbescherming.”
Voor mw. V. was het van belang dat ook de familie, in geval van kinderopvang door wat voor reden dan ook, werd gehoord in het aanbod van opvang. Vanuit haar eigen ervaring (opvang door haar tante indertijd) wist ze dat naaste familie een heel grote bijdrage kan leveren, met vaak minder stress en opnieuw wennen aan.. Als de familie het zelf kan regelen hoeft de Raad van de Kinderbescherming niet ingeschakeld te worden.

Mw. V. is nu op leeftijd en haar leven overziende vraagt ze zich daarbij af of haar moeder trots zou zijn geweest op haar. Hieruit is op te maken dat mw. haar eigen moeder altijd bij zich heeft gedragen en haar leven wellicht in het teken van haar moeder heeft gesteld.
Vaak dacht ze bij het zien of ontmoeten van zwangere vrouwen aan de ernstigste complicatie en voelde ze angst. Nooit heeft mw. een lotgenoot ontmoet of gesproken.

Mw. V. heeft na haar pensionering nog veel kunnen genieten van grote reizen, die haar passie zijn en ze maakt een zeer tevreden en gelukkige indruk. Mevr. V. ziet in dankbaarheid terug op haar werkzame leven en de positie die ze daarin bekleed heeft tot ze met pensioen ging, hetgeen bekroond werd met de benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Graag wilde ze over haar leven en haar onfortuinlijke geboorteomstandigheden spreken, om het probleem van moedersterfte meer onder de aandacht te brengen en mogelijk mensen met hetzelfde probleem erkenning te geven.

White Ribbon wil mw. V. van harte bedanken voor haar openhartigheid en het willen delen van haar verhaal.

Mocht u vragen of opmerkingen hebben na lezing van dit artikel, dan kunt u contact opnemen met White Ribbon via e-mail: [email protected] of met het postadres:

White Ribbon – Secretariaat
Korte Water 133
1069 GG Amsterdam

 

 

 

 

 

 

 

 

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

2014

In de afgelopen jaren heeft White Ribbon verhalen verzameld van moeders die het helaas niet gered hebben. Omdat er niemand bij hun bevalling was of de tocht naar professionele hulp te lang duurde. Omdat er geen geld was voor vervoer of niemand hen in de zwangerschap had gecontroleerd. Omdat familieleden hen medische hulp ontzegden of er geen medicijnen waren om bloedingen te stoppen.

Zo zijn er veel redenen waarom vrouwen sterven terwijl ze leven geven. Vaak overlijdt hun ongeboren kind ook en laten ze andere kinderen verweesd achter.

U kunt hieronder de verhalen lezen van vrouwen uit Afrika, Azië en Amerika. Er zijn herinneringspanelen gemaakt om hen te herdenken én om een gezicht te geven aan het onvoorstelbare getal van 287.000 vrouwen die nog steeds jaarlijks overlijden aan moedersterfte. De panelen hebben de wereld rondgereisd met de titel “Stories of Mothers Lost”.

Word vriend van White Ribbon en spreek u zo uit tegen moedersterfte!

Lees hier de verhalen van moeders uit Afrika, Azië en Amerika